bitumben
Oudhoogduits
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bitumben
- betoveren, inpalmen, verblinden
- bedotten, bedonderen, bedriegen, bezwendelen, duperen, verneuken
- iemand iets vorliegen, iemand een oor aannaaien, iemand flauwe kul verkopen
Vervoeging
- zwak (1a)
Opmerkingen
- Duits: betören, hintergehen, für dumm verkaufen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.