bedonderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedonderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·don·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedonderen
bedonderde
bedonderd
zwak -d volledig

Werkwoord

bedonderen

  1. overgankelijk (pejoratief) aan bedrog onderwerpen
    • Hij bedonderde de boel danig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedonderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.