black
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord van Angelsaksisch blæc "zeer donker/zwart". Van Protogermaans *blakaz, Indo-Europees *bhleg-. Verwant met o.a. Oudnoords blakkr, Oudhoogduits blah. Nederlands blaken ww , Latijn flagrare. In het Oudengels was het gangbare woord nog sweart (zie ook swart)[1]
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
black | blacker | blackest |
Bijvoeglijk naamwoord
black
Afgeleide begrippen
- blackness
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to black |
he/she/it | blacks |
verleden tijd | blacked |
voltooid deelwoord |
blacked |
onvoltooid deelwoord |
blacking |
gebiedende wijs | black |
Werkwoord
black
- overgankelijk zwart maken
enkelvoud | meervoud |
---|---|
black | blacks |
Zelfstandig naamwoord
black
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Zelfstandig naamwoord
black m
- (spreektaal) zwarte, neger [1]
- (spreektaal) zwart werk
- «Ton taf, il est légal? – Mais non, c’est du black!»
- Is jouw werk wit? – Welnee, het is zwart werk! [1]
- «Ton taf, il est légal? – Mais non, c’est du black!»
Synoniemen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.