blauwbaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwbaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blauw·baard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwbaard blauwbaarden
verkleinwoord blauwbaardje blauwbaardjes

Zelfstandig naamwoord

deblauwbaardm [3]

  1. rokkenjager die zijn vrouw niet bepaald met zachtheid behandelt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blauwbaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.