blauwooggrasmot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwooggrasmot    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·oog·gras·mot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwooggrasmot blauwooggrasmotten
verkleinwoord blauwooggrasmotje blauwooggrasmotjes

Zelfstandig naamwoord

deblauwooggrasmotv/m

  1. (vlinders) Agriphila straminella  een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Tinea straminella in 1775 gepubliceerd door Michael Denis & Ignaz Schiffermüller. De vlinder vliegt van juni tot half september. Vaak vliegen de vlinders op als er door het gras gelopen wordt om even verderop weer neer te strijken
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'blauwooggrasmot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.