blauwtong

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwtong    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blauw·tong
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwtong
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deblauwtongv/m

  1. (diergeneeskunde) dsRNA- virusziekte die voornamelijk voorkomt bij schapen
    • Blauwtong wordt overgedragen door knutjes. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blauwtong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.