blauwvos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blauwvos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blauw·vos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwvos blauwvossen
verkleinwoord blauwvosje blauwvosjes

Zelfstandig naamwoord

deblauwvosm [1]

  1. (roofdieren) kleurvariëteit van de poolvos
  2. (kleding) bont(stola) vervaardigd van de pels van dit dier

Gangbaarheid

  • Het woord blauwvos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.