bluswerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bluswerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blus·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bluswerk bluswerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbluswerko

  1. het doven van een brand door de brandweer met behulp van waterstralen
    • Voor het bluswerk rukte de brandweer met drie auto’ s uit. De toegang tot de Hoofdstraat was afgesloten, waardoor een deel van het centrum van Noordwijk minder goed bereikbaar was. [1] 
    • De brand zorgde voor veel rookontwikkeling. De brandweer was snel ter plaatse en had het vuur snel onder controle. Desondanks ontstond er door de brand en het bluswerk de nodige rook- en waterschade. Ook de achterdeur raakte beschadigd. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bluswerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.