boekengeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boekengeld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·ken·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekengeld boekengelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetboekengeldo

  1. geld dat men moet betalen voor de studieboeken
     Studieboekaanbieders zijn de op één na belangrijkste schuldeiser bij jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Volgens het incassobureau moeten studenten gemiddeld voor zo'n 500 euro aan boekengeld terugbetalen.[1]
     Voorbeelden: koksopleiding: € 400 boekengeld + € 250 kleding/messen, kappersopleiding: € 300, economie: € 450 boekengeld, maatschappelijke zorg: € 400 boekengeld.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord boekengeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Student gaat failliet aan studieboeken” (Vrijdag 7 maart 2014, 12:07), NOS
  2. Weblink bron “Reactie VNG en MBO-Raad” (Vrijdag 11 september 2015, 20:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.