boelgoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boelgoed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boel·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boel zn en goed zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boelgoed | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het boelgoed o
- inboedel die geveild wordt
Gangbaarheid
- Het woord boelgoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.