boerenkar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boerenkar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·ren·kar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenkar boerenkarren
verkleinwoord boerenkarretje boerenkarretjes

Zelfstandig naamwoord

deboerenkarv/m

  1. eenvoudige tweewielige kar gebruikt op de boerderij
    • De boerenkar reed getrokken door een mager paard hobbelend over het landweggetje. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord boerenkar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.