boerenkoolstamppot
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerenkoolstamppot (hulp, bestand)
- IPA: / ˌburə(n)ˈkolstɑmpɔt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- boe·ren·kool·stamp·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boerenkool zn en stamppot zn
- bekend sinds 1917 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | boerenkoolstamppot | boerenkoolstamppotten |
| verkleinwoord | boerenkoolstamppotje | boerenkoolstamppotjes |
Zelfstandig naamwoord
de boerenkoolstamppot m
- (kookkunst) gerecht bestaand uit een fijn mengsel van gaar gekookte boerenkool en aardappelen
- Zij at twee borden boerenkoolstamppot met rookworst.
- ▸ „Ik had het koud”, zei een mevrouw met een bleek gezicht. „En toen dacht ik opeens aan boerenkoolstamppot met worst, hebben jullie dat?”[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
Gangbaarheid
- Het woord boerenkoolstamppot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Advertentie (15 november 1917) in: Arnhemsche courant
- ↑ Weblink bron Marcel van Roosmalen“Stamppotje” (25 november 2015) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.