boerenwoning
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerenwoning (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boe·ren·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boer zn en woning zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenwoning | boerenwoningen |
verkleinwoord | boerenwoninkje | boerenwoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
de boerenwoning v
- woning voor een agrariër
Synoniemen
- stulp, boerenhoeve, heemstede, kemenade, hofstede, boerenplaats, boerderij
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord boerenwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact , ISBN 9789045024875
- ↑ Weblink bron “Miljardair leent Van Goghs uit” (16-01-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.