bokshoorn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bokshoorn (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔkshorən / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- boks·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bok zn en hoorn zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bokshoorn | bokshoorns |
verkleinwoord | bokshoorntje | bokshoorntjes |
Zelfstandig naamwoord
de bokshoorn m
- elk van de twee puntiɡe uitsteeksels op de kop van een mannelijke ɡeit
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'bokshoorn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bokshoorn" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.