bolleboos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bolleboos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔləbos/, /bɔləˈbos/
Woordafbreking
  • bol·le·boos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bolleboos bollebozen
verkleinwoord bolleboosje bolleboosjes

Zelfstandig naamwoord

debolleboosm

  1. (Jiddisch-Hebreeuws), (persoon) iemand die ergens duidelijk in uitmunt, een zeer intelligent en/of handig/kundig persoon
    • Mijn teamgenoten zien mij niet als een bolleboos. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bolleboos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. bolleboos op website: Etymologiebank.nl
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. "bolleboos" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4. Weblink bron
    M.L.
    Letterkundige bijzonderheden. in: Nieuwe Algemene Konst- en Letter-Bode, jrg. 25 deel 2 nr. 48 (2 december 1825), Wed. A. Loosjes, Haarlem, p. 366
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.