bolleboos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bolleboos (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbɔləbos/, /bɔləˈbos/
Woordafbreking
- bol·le·boos
Woordherkomst en -opbouw
- van Jiddisch בעל־הבית (balboos), vergelijk Hebreeuws בעל הבית (baäl habajit) "heer des huizes", in de betekenis van ‘uitblinker’ aangetroffen vanaf 1866 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bolleboos | bollebozen |
verkleinwoord | bolleboosje | bolleboosjes |
Zelfstandig naamwoord
de bolleboos m
- (Jiddisch-Hebreeuws), (persoon) iemand die ergens duidelijk in uitmunt, een zeer intelligent en/of handig/kundig persoon
- Mijn teamgenoten zien mij niet als een bolleboos.
Synoniemen
Verwante begrippen
- Hebreeuws: baäl bajit, baäl habajit
- Jiddisj: ballebattem, balboos
Gangbaarheid
- Het woord bolleboos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bolleboos" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ bolleboos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ "bolleboos" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron M.L.Letterkundige bijzonderheden. in: Nieuwe Algemene Konst- en Letter-Bode, jrg. 25 deel 2 nr. 48 (2 december 1825), Wed. A. Loosjes, Haarlem, p. 366
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.