bolletje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bolletje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bol·le·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord bolletje bolletjes

Zelfstandig naamwoord

hetbolletjeo dim. tant.

  1. een zacht broodje in de vorm van een bol
    • Mijn buurjongen bleef maar van die bolletjes eten. 
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

hetbolletjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bol
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bolletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.