boni

Niet te verwarren met: Boni

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boni    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈboni/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ni
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boni boni's
verkleinwoord bonietje bonietjes

Zelfstandig naamwoord

hetbonio

  1. (boekhouding) batig slot, saldo

Zelfstandig naamwoord

debonimv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonus (verouderd)
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord boni staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.