bonthandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bonthandelaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔnthɑndəˌlar/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bont·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bonthandelaar bonthandelaars
bonthandelaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debonthandelaarm

  1. (beroep) iemand die behaarde dierenvellen of daaruit vervaardigde kleding doorverkoopt
     Scherp en af en toe meesterlijk beschrijft Gallian het dolle bezoek van Morini met zijn dochter Teresa aan de bonthandelaar en de juwelier, die de attributen bij uitstek van de gehate bourgeoisie verkopen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bonthandelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jan De Volder
    Marcello Gallian : De contradicties van het Italiaanse fascisme in: Streven., jrg. 65 nr. 10 (november 1998), Jan Koenot, Antwerpen, p. 928
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.