bontwerker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bontwerker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bont·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bontwerker bontwerkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debontwerkerm

  1. (beroep) iemand die bont bewerkt of verwerkt. Ook vaak fourreur genaamd in vakterm.
Verwante begrippen
  • bontwerkster

Gangbaarheid

  • Het woord bontwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.