boomkap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomkap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbomkɑp/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑp/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑp/
Woordafbreking
  • boom·kap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomkap -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deboomkapm

  1. het rooien van bomen
    • Er komt nog geen einde aan de boomkap in de Amazone. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'boomkap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.