boompioen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boompioen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boom·pi·oen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boompioen boompioenen
verkleinwoord boompioentje boompioentjes

Zelfstandig naamwoord

deboompioenv/m

  1. (plantkunde) als sierplant gekweekte heester, die ook veel voorkomt als decoratiemotief op Oost-Aziatische kunstwerken

Gangbaarheid

  • Het woord 'boompioen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.