boomzaad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boomzaad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boom·zaad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomzaad boomzaden
verkleinwoord boomzaadje boomzaadjes

Zelfstandig naamwoord

hetboomzaado [1]

  1. (plantkunde) zaad van een boom
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord boomzaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.