bosklas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bosklas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bos·klas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosklas bosklassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debosklasv

  1. een- of meerdaagse al dan niet educatieve klas- of schooluitstap naar bos- of natuurrijk gebied
    • In België spreken ze van bosklassen terwijl dat in Nederland een werkweek of schoolkamp wordt genoemd. 

Gangbaarheid

  • Het woord bosklas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.