werkweek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  werkweek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • werk·week
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord werkweek werkweken
verkleinwoord werkweekje werkweekjes

Zelfstandig naamwoord

dewerkweekv/m

  1. week waarin er gewerkt wordt
  2. dagen per week waarop er gewerkt wordt
    • Een werkweek van 5 dagen. 
  3. het totaal aantal arbeidsuren per week
    • Een werkweek van 48 uur. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • werkweekverkorting
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werkweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.