bouwlift

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwlift    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bouw·lift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwlift bouwliften
verkleinwoord bouwliftje bouwliftjes

Zelfstandig naamwoord

debouwliftm

  1. (bouwkunde) goederenlift gebruikt op een bouwplaats
     De bouwlift die is neergezet met het oog op de restauratie van de toren, is tijdelijk opengesteld voor bezoekers en Stulen mocht als eerste naar boven. Uit 500 mensen werd hij gekozen. Vanmiddag stond hij op 100 meter hoogte met volle teugen te genieten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord bouwlift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Rolstoeler Thom dankzij lift eindelijk op de Dom: 'geweldig!'” (Vrijdag 10 juli 2020, 15:24), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.