bouwterrein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwterrein    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑutɛˌrɛin/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbʌʊ̯.tɛ.ˌrɛɪ̯n/
    • (Noord-Nederland): /ˈbɔʊ̯β̞.tɛ.ˌrɛːn/
Woordafbreking
  • bouw·ter·rein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwterrein bouwterreinen
verkleinwoord bouwterreintje bouwterreintjes

Zelfstandig naamwoord

hetbouwterreino

  1. een terrein waarop gebouwd wordt of kan worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bouwterrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.