bovenkerk

Niet te verwarren met: Bovenkerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bovenkerk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ven·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenkerk bovenkerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debovenkerkv/m

  1. een op een heuvel of berg gelegen kerk
  2. een stroomopwaarts gelegen kerk
  3. (bouwkunde) bovenste deel van een kerk
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bovenkerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.