bovenklasse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bovenklasse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ven·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenklasse bovenklassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debovenklassev

  1. deel van de bevolking met de meeste macht en het meeste geld en inkomen
     De meerwaarde die de arbeidersklasse creëerde werd stapsgewijs vergroot in een niet-aflatend paternosterwerk voor de uitbuitende bovenklasse die investeerde in politie, klassenwetten en militaire macht om te garanderen dat de bestaande orde bleef bestaan.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bovenklasse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.