braambos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  braambos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • braam·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord braambos braambossen
verkleinwoord braambosje braambosjes

Zelfstandig naamwoord

hetbraamboso

  1. (plantkunde) Rubus  groep van een of meer braamstruiken
     Gebeurtenissen uit de oude wereld het brandende braambos, de uittocht uit Egypte, de jongelingen in de vurige oven, Jonas in de walvis et cetera, worden geplaatst naast gebeurtenissen uit de nieuwe wereld, zoals bijvoorbeeld de voorstelling van de onbevlekte ontvangenis, en de opstanding van Christus.[3]
     Het nieuwe kerkelijk zegel wordt gepresenteerd. De synode ging in 2017 akkoord met het grafisch vereenvoudigen van het kerkelijk zegel, waar Mozes en het brandende braambos op staan.[4]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord braambos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.