brake

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brake    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bra·ke

Werkwoord

vervoeging van
braken

brake

  1. aanvoegende wijs van braken

Gangbaarheid

  • Het woord brake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  brake (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
brake brakes

Zelfstandig naamwoord

brake

  1. (techniek) rem [1]
vervoeging
onbepaalde wijs to  brake 
he/she/it  brakes 
verleden tijd  braked 
voltooid
deelwoord
 braked 
onvoltooid
deelwoord
 braking 
gebiedende wijs  brake 

Werkwoord

brake

  1. onovergankelijk, (techniek) remmen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.