rem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rem (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rem | remmen |
verkleinwoord | remmetje | remmetjes |
Zelfstandig naamwoord
de rem m
- (techniek) een mechanisme dat iets vertraagt of tot stilstand brengt
- De remmen van zijn fiets waren kapot.
- eenheid van ioniserende straling
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
remmen |
rem
Gangbaarheid
- Het woord rem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rem" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Indonesisch
Woordherkomst en -opbouw
- Het is een van de Indonesische woorden van Nederlandse oorsprong.
Zelfstandig naamwoord
rem
Werkwoord
rem
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.