bramenrank

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bramenrank    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbramə(n)ˌrɑŋk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bra·men·rank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bramenrank bramenranken
verkleinwoord bramenrankje bramenrankjes

Zelfstandig naamwoord

debramenrankv/m

  1. stengel van een bramenstruik waaraan de bramen groeien
     Haar armen zitten vol schrammen; niet alleen van de bramenranken, maar ook van de vingernagels van het meisje.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bramenrank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.