branie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  branie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bra·nie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘bluffer’ voor het eerst aangetroffen in 1884 [1]
  • uit het Indonesisch berani "dapper"
1 enkelvoud meervoud
naamwoord branie branies
verkleinwoord branietje branietjes
2 enkelvoud meervoud
naamwoord branie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debraniem

  1. (persoon) waaghals
    • Wat een branie is die Pieter toch! 
  2. lef, moed
    • Wat een branie heeft hij toch! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord branie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.