breedvoerig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breedvoerig    (hulp, bestand)
  • IPA: /bretˈfurəx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • breed·voe·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van breed en de stam van voeren met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen breedvoerigbreedvoerigerbreedvoerigst
verbogen breedvoerigebreedvoerigerebreedvoerigste
partitief breedvoerigsbreedvoerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

breedvoerig

  1. tijd en ruimte nemend om alle kanten uitgebreid te bezien
    • Hij heeft daarover een breedvoerige verhandeling geschreven. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

breedvoerig

  1. op breedvoerige wijze
    • De kundige Schryver van dezelve, die zich onder de zinspreuk: Tendimus ad coelestem Patriam, verbergt, is de eerste, die dit onderwerp bepaald en breedvoerig behandelt.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord breedvoerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. breedvoerig op website: Etymologiebank.nl
  2. Brieven over verscheide onderwerpen. Deel 3
    Rhijnvis Feith 1787
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.