breve

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breve    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bre·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord breve breven
verkleinwoord brevetje brevetjes

Zelfstandig naamwoord

debrevev/m

  1. (taalkunde) het diakritisch teken ˘ (met ronde vorm) dat een korte klinker weergeeft
    • Boven de ğ bevindt zich een breve. 
  2. (religie) (rooms-katholiek) pauselijke brief
  3. (muziek) een noot die twee- of soms driemaal de lengte van een hele noot had
Verwante begrippen
  • haček, een vergelijkbaar diakritisch teken maar dan met scherpe punt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord breve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
14 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • bre·ve
Naar frequentie 2579

Zelfstandig naamwoord

breve

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van brev

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • bre·ve
  enkelvoud meervoud
mannelijk breve breves
vrouwelijk breve breves

Bijvoeglijk naamwoord

breve

  1. kort, beknopt
  • en breve
binnenkort

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.