brij

Niet te verwarren met: brei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brij
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘pap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord brij brijen
verkleinwoord brijtje brijtjes

Zelfstandig naamwoord

debrijm

  1. halfvloeibaar kooksel, pap
  2. modder
  3. onsamenhangende hoeveelheid zonder duidelijke betekenis zie bijv. cijferbrij, letterbrij, woordenbrij
    • Lang vertrouwde Facebook op algoritmes om orde aan te brengen in de brij van nieuws, sensatiezucht, haatzaaiers en beroepsbeledigers. Maar gebeurtenissen laten zich niet altijd vertalen in een wiskundige formule. Daarom huurt Facebook journalisten in die een lijstje met Trending News samenstellen.[2] 
     Waarover ze het hadden of waarom ze lachten, bleven onderdelen van de filmische brij die aan haar voorbijtrok.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • om de hete brij heendraaien
de pijnlijke kern van iets niet bespreken
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
brijen

brij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brijen
    • Ik brij. 
  2. gebiedende wijs van brijen
    • Brij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brijen
    • Brij je? 

Gangbaarheid

  • Het woord brij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Bislama

Zelfstandig naamwoord

brij

  1. brug; een weg uit beton of steen over een andere weg.

Marshallees

Zelfstandig naamwoord

brij

  1. brug; een weg uit beton of steen over een andere weg.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.