brokkenpiloot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brokkenpiloot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɔkɛ(n)piˌlot/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brok·ken·pi·loot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brokkenpiloot brokkenpiloten
verkleinwoord brokkenpilootje brokkenpilootjes

Zelfstandig naamwoord

debrokkenpilootm

  1. (verkeer) bestuurder van een voertuig die onevenredig veel bij verkeersongelukken betrokken is

Gangbaarheid

  • Het woord brokkenpiloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.