bruggeld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bruggeld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- brug·geld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brug zn en geld zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruggeld | bruggelden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het bruggeld o [1]
- een heffing die vaartuigen moeten betalen bij passeren van (gemeentelijke) bruggen en sluizen
Gangbaarheid
- Het woord bruggeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.