bruiloftsartikel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruiloftsartikel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrœylɔftsɑrˌtikəl/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brui·lofts·ar·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruiloftsartikel bruiloftsartikelen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbruiloftsartikelo

  1. voorwerp gemaakt en verkocht om de feestvreugde bij een huwelijk te vergroten
     De in beslag genomen banknoot ziet er nieuw uit. Heden was nog niet vastgesteld of men hier te doen heeft met de opzettelijke nabootsing van een echt biljet, dan wel met een bruiloftsartikel of iets dergelijks.[1]
     Bruiloftsartikelen Mutsen, confetti, slingers, kunstbloemen, bruidszakjes, linten, goud- en zilverkoord, vlaggen, serpentine, servetten, damasttafelbedekking, tafellakens, crêpepapier, schertsartikelen enz.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • bruidszakje

Gangbaarheid

  • Het woord 'bruiloftsartikel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Valsche Engelsche banknoten. in: Algemeen Handelsblad (16 mei 1911), p. 2 kol. 3
  2. Weblink bron
    N. Paddenburg
    Advertentie in: Leidsch Dagblad (23 maart 1940), p. 16 kol. 1
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.