btw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  btw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌbeteˈwe/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • btw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord btw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debtwv

  1. (initiaalwoord) omzetbelasting die een ondernemer betaald over de verkoopprijs, waarbij hij de belasting die deel uitmaakte van zijn inkoopprijzen weer mag aftrekken
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

btw

  1. afkorting by the way

Gangbaarheid

  • Het woord btw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.