buikkramp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikkramp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbœykrɑmp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • buik·kramp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buikkramp buikkrampen
verkleinwoord buikkrampje buikkrampjes

Zelfstandig naamwoord

debuikkrampv/m

  1. (medisch) kramp in de buik of pijn in de ingewanden

Gangbaarheid

  • Het woord buikkramp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.