buitenhof
Nederlands
Niet te verwarren met: Buitenhof |
Uitspraak
- Geluid: buitenhof (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bui·ten·hof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten vz en hof zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenhof | buitenhoven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buitenhof v / m
- een landgoed of huis buiten de stad
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord buitenhof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenhof" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.