bullebak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bullebak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbʏləˌbɑk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bul·le·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bullebak bullebakken
verkleinwoord bullebakje bullebakjes

Zelfstandig naamwoord

debullebakm

  1. (persoon) iemand die anderen angst aanjaagt om ze te laten doen wat hij wil
    • Moeder, ´k ben zo bang van de bullebak. Bang van de bullebak, bang van de bullebak. Moeder, ´k ben zo bang van de bullebak. Kijk, daar komt ie aan. (Annie M.G. Schmidt). 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bullebak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.