bullebakbaas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bullebakbaas (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbʏləbɑɡˌbas / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bul·le·bak·baas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bullebak zn en baas zn , in 2019 door de Nederlandse 20e-eeuwse kinderboekenschrijfster M. Jongbloed gebruikt voor de titel van haar boek De bullebakbaas
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bullebakbaas | bullebakbazen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bullebakbaas m
- (persoon) (bedrijfskunde) (pejoratief) iemand die leiding geeft en daarbij door pesterijen en dreigementen laat blijken geen respect voor medewerkers te hebben
- ▸ Een slechte werksfeer of een bullebakbaas kunnen vervelend of moeilijk zijn: het is niet altijd een misdrijf.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bullebakbaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Filiep De Ketelaere geciteerd door Eline Bergmans“Na #MeToo is er de bullebakbaas: ‘Vijftien jaar geleden was er geen dossier Plopsa geweest’” (22 mei 2023) op demorgen.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.