burleske

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  burleske    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bur·les·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse burlesque, waar ook burlesk van is afgeleid. Verder te herleiden tot het Latijnse burula.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord burleske burlesken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deburleskev/m

  1. (letterkunde) spottend bedoeld gedicht of toneelstuk
  2. (muziek) spottend bedoeld muziekstuk, bijv. in de vorm van een operette
Synoniemen

Bijvoeglijk naamwoord

burleske

  1. verbogen vorm van de stellende trap van burlesk

Gangbaarheid

  • Het woord burleske staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.