bustle

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
bustle bustles

Zelfstandig naamwoord

bustle

  1. bedrijvigheid, drukte
  2. commotie, opschudding
  3. (historisch), (kleding) tournure [2]
vervoeging
onbepaalde wijs to  bustle 
he/she/it  bustles 
verleden tijd  bustled 
voltooid
deelwoord
 bustled 
onvoltooid
deelwoord
 bustling 
gebiedende wijs  bustle 

Werkwoord

bustle

  1. onovergankelijk druk bezig zijn, druk in de weer zijn
  2. onovergankelijk zich haasten
  3. overgankelijk opjagen
Afgeleide begrippen
  • bustling

Verwijzingen

  1. bustle, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.