opschudding

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opschudding    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɔpsxɵdɪŋ/
Woordafbreking
  • op·schud·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opschudding opschuddingen
verkleinwoord opschuddinkje opschuddinkjes

Zelfstandig naamwoord

deopschuddingv

  1. een reactie van schok, verbazing of afkeer op een daad of gebeurtenis
    • Zijn daad veroorzaakte grote opschudding. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opschudding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.