buurtkroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buurtkroeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buurt·kroeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtkroeg buurtkroegen
verkleinwoord buurtkroegje buurtkroegjes

Zelfstandig naamwoord

debuurtkroegv/m

  1. een café waar vooral wijkbewoners komen
     Alles begint in de Pijp, die fijne Amsterdamse volkswijk van toen. De kleine André jat een pakje sigaretten op de Albert Cuyp-markt. Hij weet te ontkomen aan de handelaar die hem achterna gaat. Zijn vader sleept hem mee naar een buurtkroeg en laat het joch op het biljart een liedje zingen. Het wordt Oh Diana, de hit uit 1957 van Paul Anka. Dreetje is dan 6 jaar oud. Zijn vader dwingt hem om een glas bier te drinken.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord buurtkroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Vooral tranen in harde film over Hazes” (Maandag 30 maart 2015, 10:26), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.