buurttehuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buurttehuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buurt·te·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurttehuis buurttehuizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbuurttehuiso

  1. gebouw, waarin aan sociaal-cultureel werk wordt gedaan voor een bepaalde buurt
     Daarnaast wordt de laatste hand gelegd op het schilderen van het buurttehuis. De jongeren doen het zelf. De afsluiting zal op maandag 28 september plaatsvinden in het buurttehuis van Stibula. Op deze dag zullen zij de laatste muren nog een kleur geven.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord buurttehuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Jongeren geven hun buurttehuis een kleur” (26 september 2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.