buurtwerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buurtwerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /'byrtwɛrk/
Woordafbreking
  • buurt·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtwerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbuurtwerko

  1. sociaal-culturele activiteiten in een stadswijk met als doel contact, participatie, en integratie te bevorderen
    • Tounkara heeft nog geen idee, Meftah heeft vooral vertrouwen in haar vrienden van het buurtwerk. „Zij doen meer voor mij dan de politiek.”[2] 
    • Zijn partij wil dat er naar dit versterken van de vrijheid net zo veel aandacht en geld gaat als nu extra naar het beschermen van onze veiligheid. GroenLinks wil dat geld onder meer besteden aan het tegengaan van radicalisering via jeugd- en buurtwerk en aan verdere inburgering van vluchtelingen.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord buurtwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.